Er is geen twijfel mogelijk, er is veel veranderd op het gebied van telecommunicatie. Wat vroeger analoog was, is tegenwoordig bijna allemaal digitaal. Tegenwoordig past men geavanceerde technieken toe, hierdoor zijn er veel meer mogelijkheden ontstaan.
Een telefoon is nu een apparaat die je voor allerlei doeleinden gebruikt. Maar ook achter het oorspronkelijke gebruiksdoel, simpelweg bellen, schuilt tegenwoordig een totaal andere techniek. Wat is er door de jaren heen zoal veranderd?
De automatisering
De allereerste telefoonverbindingen kwamen tot stand met de hand bediende centrales. Een telefoniste bediende een zogenaamde koordenpost. Een telefoontoestel had een slinger en als je daar aan draaide, kreeg je een verbinding met de telefoniste. Vervolgens werd de verbinding fysiek met de hand gemaakt door de juiste koorden in de juiste aansluitingen te steken.
In de jaren twintig kwam telefonie meer in opkomst en werd begonnen met het automatiseren van het netwerk. Het was een groot voordeel dat de abonnee zelf in staat is om verbinding te maken met een andere aansluiting. Op dit moment zag ook de kiesschijf het licht. Het Nederlandse telefoonnet is in 1963 helemaal geautomatiseerd, als tweede land ter wereld. Alleen Zweden was ons voor.
In die tijd maakte men de telefoons voornamelijk van hout en later van ijzer. Plastic materialen kende men toen bijna niet.
De komst van de bakelieten telefoons
In de jaren 30 en 40 kwam er een nieuw materiaal in opkomst, bakeliet. Dit materiaal is goedkoper dan ijzer, zeker in die tijd. Ook was het in relatief veel vormen te persen. In veel apparaten, zoals radio’s, maakten de fabrikanten gebruik van bakeliet. Men fabriceerde er gehele behuizingen van. Eén van de aspecten die ook interessant waren voor het produceren van telefoontoestellen. Telefoons uit de jaren 40, 50 en vroege jaren 60 kenmerken zich door hun (dan wel gedeeltelijke) bakelieten behuizing.
Standard Electric Type 1954
Bakeliet is een zogenaamde thermoharder, een materiaal dat niet smelt als het wordt verhit. Dit tegenstelling tot bijvoorbeeld ABS, dat is een thermoplast. Dat brengt ons ook op het materiaal dat de opvolger is van bakeliet.
Rond 1960 verschenen in Europa de eerste plastic telefoons. Dat was heel vernieuwend in die tijd. Telefoons waren niet alleen maar zwart, maar verkrijgbaar in allerlei kleuren. Toch werden de meeste telefoons voorzien van een grijze kleur. Pas in de jaren 70 kwam er meer kleur in Europa. Een goed voorbeeld is de T65 telefoon. De introductie van de standaard grijze versie was in 1965, de gekleurde varianten verschenen in 1972 en 1973.
T65 de Luxe Robijn (1979)
Weer een wijziging in de techniek, maar ook een beetje in het uiterlijk van de telefoon. In de jaren 70 kwamen computergestuurde centrales in gebruik. Daarmee ook de eerste normale consumententelefoons met druktoetsen. Deze gebruikten een geheel nieuwe kiesmethode: Toon druktoets keuze (TDK/DTMF). Kiezen met druktoetsen gaat sneller dan met een kiesschijf, een groot voordeel. In Nederland was de eerste telefoon met druktoetsen en toonkiezen de T65-TDK (1974).
Een standaard druktoetstelefoon
Om te voorkomen dat mensen die bedreven waren met de rekenmachine te snel een nummer kiezen, is de opstelling van de toetsen op een TDK-telefoon anders. Het te snel kiezen van een nummer resulteerde in een telefooncentrale die flink in de knoop zat. In de jaren 80 komen er, voor abonnees die nog op oude centrales aangesloten waren, telefoons met druktoetsen die een kiesschijf simuleren. Deze hebben de aanduiding IDK (Impuls Druktoets Keuze) en hier ontbreekt een * of #toets links en rechts van de 0. In de tachtiger jaren kwam ook de eerste kleine huiscentrales van de PTT, de Klaviercentrale. Deze centrale is geschikt voor maximaal vier toestellen en werd gemaakt door Ericson en de NSEM. Er bestaan IDK en IDK/TDK versies. De opvolger van de Klaviercentrale is de Homevox en was leverbaar in veel uitvoeringen. Allemaal prima kwaliteit, al zijn veel IDK uitvoeringen van de Klavervier onbruikbaar geworden.
Diavox IDK
De laatste twee decennia
In de jaren 90 komen er nieuwe mogelijkheden, zoals Telewekker, Nummerweergave en de flash-toets als vervanger voor de verouderde aardtoets. De aardtoets zit bij een T65 rechtsonder de kiesschijf. Een korte tik op het haakcontact geeft hetzelfde effect als het indrukken van de de flashtoets..
Tegenwoordig verdrukken de mobiele- en draadloze telefoons de echte vaste telefoon. Toch neemt het aantal vaste aansluitingen de laatste jaren weer toe. Dit komt door de drie-in-één pakketten die veel providers aanbieden. De vertrouwde groene telefooncel is uit het straatbeeld verdwenen. Mensen gebruiken ze steeds minder en de telefooncel was alleen nog maar aantrekkelijk voor vandalen.