In Windows 10 zijn er verschillende manieren voor het uitzetten van je computer. Slaapstand, sluimerstand of volledig uit. Wij vertellen je meer over deze manieren van uitschakelen. Maar ook wat de voordelen en eventuele nadelen hiervan zijn.
Slaap- en sluimerstand hebben als voordeel dat je sneller je werk weer op pakt, daar waar je gebleven was. Maar in langdurige sessies kunnen ook weer problemen ontstaan zoals traagheid en niet (goed) werkende soft- of hardware.
Allereerst is het handig dat je precies weet wat deze standen precies inhouden.
Slaapstand
De slaapstand kun je vergelijken met het indrukken van de pauzeknop op je tv. Zodra je weer verder wilt werken dan kan dit vrijwel meteen. Zonder dat je de computer helemaal opnieuw opstart. Want hij was niet helemaal afgesloten en verbruikt dus ook nog een beetje stroom. Je gegevens staan in het snelle, vluchtige geheugen. Wanneer de stroom wegvalt door stroomuitval of een lege batterij in geval van een laptop dan is de sessie verloren gegaan. De eerstvolgende keer wordt een volledig nieuwe sessie gestart als je de computer opstart.
Sluimerstand
In tegenstelling tot de slaapstand schrijft je computer de gegevens bij de sluimerstand weg naar een bestand op de harde schijf voordat je de computer uitschakelt. Je computer verbruikt geen stroom om je gegevens te bewaren. Windows wordt hervat na het indrukken van de powerknop. Het duurt een paar seconden langer dan de slaapstand, maar met een seconde of 10 kun je weer aan het werk. De sluimerstand gebruik je bijvoorbeeld als je even niet in staat bent om je laptop op te laden.
Het verschil tussen slaapstand en sluimerstand
Met name het wegschrijven van de gegevens naar of de harde schijf of het intern geheugen is het grote verschil tussen de slaapstand en sluimerstand. Bij de slaapstand gebruikt de computer dus nog een kleine hoeveelheid stroom. Bij een stroomonderbreking of een lege accu kunnen dan gegevens verloren gaan. Daarentegen kun je direct aan het werk zodra je het toetsenbord aanraakt.
“Snel opstarten” functie
Maar wanneer je kiest voor de optie “Afsluiten” in het Start menu ga je er vanuit dat je de computer volledig uitzet. Toch? Dit hoeft echter niet het geval te zijn! De reden hiervoor is de functie “Snel opstarten”. Wanneer deze functie ingeschakeld staat, worden bepaalde processen bij het kiezen voor “Afsluiten” niet helemaal beëindigd. Dit komt enigszins overeen met de sluimerstand. Je Windows sessie wordt dus niet volledig afgesloten.
Volledig uitschakelen
Ben je je niet bewust van de “Snel opstarten” functie en ga je er vanuit dat je altijd een nieuwe Windows sessie krijgt via de optie “Afsluiten” in het Start menu dan kun je bedrogen uitkomen Met problemen zoals traagheid en niet (goed) werkende soft- of hardware tot gevolg. Deze los je dan alleen op door de optie “Opnieuw opstarten” te gebruiken.
De “Snel opstarten” functie staat standaard ingeschakeld in Windows 10. De kans is groot dat deze ook bij jou aanstaat, als je systeembeheerder dit nog niet heeft gedaan. Je kunt de functie gemakkelijk zelf beïnvloeden als je dat wenst. Zodat jouw computer ook echt afsluit bij het gebruik van de optie “Afsluiten”. Je kunt daarnaast natuurlijk altijd gebruik maken van de slaap- en sluimerstand, m.b.v. opties in het Start menu, sneltoetsfuncties op het toetsenbord of het dichtklappen van je laptopbeeldscherm.
Snel opstarten in en uitschakelen
Je schakelt de “Snel opstarten” functie eenvoudig uit. Volg de volgende stappen:
- Je gaat linksonder naar de zoekbalk, typt “Instellingen” en opent de Instellingen-app.
- In de zoekfunctie bovenaan in Instellingen-app zoek je op “energie” en kies je de optie “Instellingen voor energiebeheer en slaapstand.
- In Energiebeheer en slaapstand kies je rechts of onderaan voor de optie Extra energie-instellingen.
- In Energiebeheer kies je links voor “Het gedrag van de aan/uit-knoppen bepalen”.
- Je klikt op “Instellingen wijzigen die momenteel niet beschikbaar zijn” en haalt vervolgens het vinkje weg voor “Snel opstarten inschakelen”.
- Je slaat de wijzigingen op.